1 |
Producten moeten op basis van de criteria en hun gevaarseigenschappen zijn ingedeeld in een gevarenklasse, inclusief de toekenning van een UN-nummer, een juiste benaming en een verpakkingsgroep |
2 |
De transportgegevens van het assortiment moeten worden vastgelegd en beheerd |
3 |
Bij de keuze van verpakkingen (omtappen, kleuren mengen) moet rekening worden gehouden met de transportklassering en fysische eigenschappen (aggregatietoestand, dampspanning, viscositeit, etc.). |
4 |
Verpakkingen moeten zijn voorzien van de juiste transportlabels en merken, e.e.a. afgestemd op de transportklassering en de verpakkingsvorm. |
5 |
Voertuigen en chauffeurs moeten voldoen aan de voorschriften (uitrusting, oranje borden, diploma). |
6 |
Bij belading moet gelet worden op de stuwage en de samenladings-bepalingen. |
7 |
Vervoerders en chauffeurs moeten vooraf op de hoogte worden gesteld van de stoffen die men moet vervoeren. |
8 |
Documenten moeten worden opgesteld met de vereiste gevaarlijke stof-informatie en waar nodig aangevuld met overige documenten. |
9 |
Afhankelijk van het type gevaarlijke stoffen en het volume moet er een beveiligingsplan zijn opgesteld voor de onderneming. |
10 |
Alle betrokken medewerkers moeten zijn opgeleid om hun werkzaamheden met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen goed te kunnen uitvoeren. |
11 |
Er moet in de regel een veiligheidsadviseur zijn aangesteld. |
12 |
Er moet een managementsysteem zijn met betrekking tot melding en follow up van voorvallen met gevaarlijke stoffen. |
13 |
De juiste toepassing van de diverse vrijstellingsregels. |